Je zit nu misschien al een tijdje op judo, maar je hebt nog nooit meegedaan aan wedstrijden. Misschien wel omdat je het nog spannend vindt of omdat je niet weet hoe dat gaat. Daarom hebben we deze pagina gemaakt met alle informatie die je nodig hebt voor je eerste judowedstrijd.
Laten we beginnen bij de regels. Dat is handig om te weten als je een wedstrijd gaat judoën. Het doel is simpel, net als bij de judoles moet je proberen de ander op de rug te krijgen en dan vast te houden. Dat doe je natuurlijk met judoworpen en houdgrepen.
Wedstrijden worden gehouden op een judomat. De judomat bestaat uit twee gekleurde delen, een wedstrijdgedeelte en een veiligheidsstrook. Het wedstrijdgedeelte heet: de gevechtsruimte. De veiligheidsstrook is er voor de veiligheid van de judoka wanneer de judoka buiten de gevechtsruimte wordt geworpen.
Elke wedstijd wordt in de gaten gehouden door een officiële scheidsrechter. Dit is meestal een officiële scheidsrechter van de judobond in een net pak. Deze scheidsrechters zijn goed opgeleid, maar blijven mensen en kunnen dus fouten maken. De scheidsrechters worden geholpen door een tijdwaarnemer. De tijdwaarnemer zet de scores op het scorebord en houdt de wedstrijdtijd bij.
Aan welke eisen moet een judogi voldoen? Er zijn twee belangrijke eisen aan de judogi (judopak).
Naast de eigen judoband krijgen judoka’s bij een wedstrijd ook een wedstrijdband (rood of wit) om. Zo is duidelijk welke kant van het score bord voor welke deelnemer staat (verderop staat hier meer over).
Hoe begint en eindigt een wedstrijd?
De judoka’s komen de mat op als de scheidsrechter dat zegt. De judoka’s lopen naar hun plaats binnen de gevechtsruimte. De judoka met de witte wedstrijdband staat rechts van de scheidsrechter. De judoka met de rode wedstrijdband staat links van de scheidsrechter. De judoka’s groeten elkaar met een buiging.
Een judogevecht begint altijd in staande positie, dat heet ‘Tachi-Waza’. Tijdens het gevecht kan men overgaan naar een grondgevecht, dat heet ‘Ne-Waza’ De scheidsrechter start de wedstrijd door ‘Hajime’ te roepen. Als het gevecht onderbroken moet worden, roept de scheidsrechter: ‘Mate’. Om de wedstrijd te beëindigen roept de scheidsrechter: ‘Sore Made’.
In een judowedstrijd probeert de ene judoka de andere judoka op de rug te werpen. De scheidsrechter beoordeelt de landing van de worp en kan daarbij twee scores toekennen.
Dit wordt aangegeven zoals op het onderstaande plaatje.
Wat is een oseakomi? Een osaekomi is de Japanse naam voor houdgreep. Een houdgreep is een techniek waarbij de judoka zijn tegenstander die op zijn rug ligt zodanig vasthoudt, dat de tegenstander zich niet meer uit deze greep kan bevrijden. Als de scheidsrechter dit roept moet je dus niet loslaten. Hij zegt alleen dat je een houdgreep hebt gemaakt. Hou die vast tot de scheidsrechter zegt: “Maté”. Lig je in een houdgreep, doe dan je best om er uit los te komen.
Hoe worden scores op het scorebord getoond en hoe zie je wie er heeft gewonnen? De straffen en scores zie je op het scorebord. Het model van het scorebord kan variëren, maar het principe is hetzelfde. Soms wordt de Ippon wel vermeld, soms ook niet.
Het scorebord heeft twee kanten, een witte (voor de judoka met een witte wedstrijdband) en een rode of blauwe (voor de judoka met de rode wedstrijdband).
Op het scorebord wordt in ieder geval de waza-ari vermeld en de strafpunten (strafpunten worden bij de jeugd nauwelijks toegekend). Als er tijdens de wedstrijdtijd geen ippon wordt gescoord door een van de judoka’s dan wordt gekeken naar de waza-ari’s. Degene met de meeste waza-ari’s wint. Bij een gelijke stand kunnen de strafpunten beslissend zijn, anders wijst de scheidsrechter een winnaar aan.
Het hele jaar door zijn er beginnerstoernooien. Twee toernooien daarin worden gehouden in een competitievorm, waarbij over meerdere dagen punten gehaald kunnen worden. Dat zijn de tegeltjes- en vanentoernooien. Vooraf opgeven hoeft niet voor deze toernooien. Je gaat op de wedstrijddag gewoon naar de locatie van het toernooi toe en schrijft je in. Behaalde punten blijven staan voor het volgende toernooi.
Andere beginnerstoernooien met prijzen voor alle deelnemers zijn het berentoernooi in het najaar en het Goederaadtoernooi in de winter.
Als je een paar keer hebt meegedaan aan beginnerstoernooien kan je ook gaan deelnemen aan instaptoernooien. Dit zijn de toernooien waarbij de gekleurde badges kan verdienen voor op je judopak. Ook dit is een soort competitietoernooi, waarbij behaalde punten blijven staan voor een volgende toernooidag. De instaptoernooien worden vier keer per jaar georganiseerd.
Als het goed gaat, wordt je uitgenodigd voor de selectie van de club. Je mag dan komen trainen op de speciale selectietraining op vrijdagavond. Ook kan je deel gaan nemen aan selectie-toernooien.
Nu je alles weet over wedstrijdjudo wordt het tijd om aan een wedstrijd mee te doen. Bekijk hieronder welke wedstrijden er zijn en hoe je eraan mee kan doen. En schrijf je direct in!
Beginners toernooi waar je leuke gekleurde badges kunt verdienen op je judopak. Werkt met een puntensysteem waarbij je telkens meer punten kunt verdienen. Elke 50 punten verdien je een nieuwe badge en bij 300 punten krijg je een prijs.
Het vanentoernooi is een leuk toernooi om mee te beginnen. Dit toernooi is echt een beginnerstoernooi waarbij de judoka ook wordt geholpen met de spelregels en gebruiken bij wedstrijden. Programma 5 t/m 7 jaar; weging 9.00 – 9.20 uur; wedstrijden 9.30 uur 8 t/m 9 jaar; weging 10.45 – 11.05 uur; wedstrijden 11.15 uur 10 t/m 14 jaar; weging 13.00 -13.20 uur; wedstrijden 13.30 uur 7 t/m 14 jaar Gevorderde judoka’s; weging 13.00 – 13.20 uur; wedstrijden 13.30 uur
